Schemeren en Schijnen

Start en finish – Puth/Schinnen (Limburg). De route start vanaf de camping.
📌 Parkeren – als je op de camping staat kun je daar je auto laten staan.
Anders is er in het dorp genoeg plek te vinden.
Als je wilt kamperen is camping De Botkoel een fijne plek.
Totale afstand 118 km en 800 hoogtemeters.
Als je de Zuid/West lus eraf haalt is het rond de 85 km.

Na twee weekenden zwerven vanaf camping de Botkoel is deze route tot stand gekomen.
Ik was er eerst omdat ik de LTD graveltour ging rijden en koos de dag ervoor voor het Noordelijke deel zodat ik een ander gebied fietste.
En wat een gebied. Het Duitse deel is werkelijk een supergravel gebied. Reden om er nog een weekend te gaan gravelen.
Vooral de Teverener heide is alleen maar gravel en steeds erg rustig qua wandelaars , een paradijsje!

Je fiets via Schinnen over mooie gravelpaden (en een aantal rustige asfalt wegen omdat je op een een aantal gravelpaden niet mag fietsen) Duitsland in.
Daar is heel veel gravel, door Tuddern Ven, Rodenbach, natuurgebied Rode Beek, Schinveldse bossen en de Teverener Heide is alleen maar genieten.
Dan rij je Nl weer in. Logischerwijs zou je daar de Brunnsummer heide nemen, helaas mag je daar nergens fietsen behalve op de mtb paden .

Dus is er wat meer asfalt maar voor de avonturier is er ook nog een mtb route naast het fietspad bij Brunssum.
Smal en steil, ik heb het gereden maar was echt niet ideaal. Dus in deze route is hij eruit.
Als je weer vlak bij de start bent rij je zuidelijk en is er nog een hele toffe lus vol mooie gravelpaden.
Limburgse mooie vergezichten.

Deze laatste lus komt uit de LTD graveltour die ik gereden heb.
Het is een hele mooie rit geworden vol met prachtige gravelstroken.
Limburg is mooi maar het Duitste deel vind ik misschien nog wel mooier.

En de naam van de rits er natuurlijk niet zomaar, hieronder lees je hoe en wat.

In zeer oude tijden was het land van Valkenburg vol bos, heide en moerassen. De wegen waren niet gebaand en vele reizigers verdwaalden er bij nacht en ontij.
Om dit te verhelpen werd er op een van de hoogste bergen een kluis gebouwd. De kluizenaar moest het ’s nachts een licht laten branden en onderhouden als een richtpunt voor de verdwaalde reizigers.
Op zekere avond had ook een keizer die van Aken naar Meersen ging, het moet Karel de Grote zijn geweest, zijn weg verloren en zonder het licht op de kluisberg dat hij eerst zag schimmeren en later schijnen had hij zijn weg niet meer terug gevonden en was hij misschien wel omgekomen.
Uit dankbaarheid voor zijn redding liet hij twee kerken bouwen.
Een op de plaats waar hij het licht voor het eerst had zien schimmeren (schemeren) en de andere op de plaats waar hij, reeds naderbij gekomen, het licht had zien schijnen (schinnen).
De eerste plaats behield daarna de naam Schimmert en de laatste die van Schinnen.